In het beroemde boek “Good To Great” van Jim Collins wordt de Stockdale Paradox beschreven. Deze paradox gaat over het verhaal van de Amerikaanse admiraal Stockdale die samen met andere gevangen genomen soldaten in Noord-Vietnam de meest gruwelijke behandelingen moest doorstaan en overleefde. De kern van deze paradox is: wees niet al te optimistisch maar verbeter met kleine stappen je situatie. Hou het onvoorwaardelijke geloof dat je uiteindelijk zult overleven en slagen. En hou tegelijktertijd oog voor de keiharde feiten (brutal facts) die op je van invloed zijn en laat je daardoor leiden. Volgens de Good to Great auteur is deze paradox goed toepasbaar op organisaties en bedrijven.
Laten we na het Kamerdebat waarbij, met wat kleine aanpassingen, besloten is 200 miljoen subsidie op kunst en cultuur te bezuinigen, deze harde feiten eens op een rijtje zetten en tegelijktertijd proberen in de goede context te zetten.
- Kortingen op de subsidie van tweehonderd miljoen. Dat wordt pijn lijden voor een aantal organisaties en orkesten. Met name het veel genoemde Muziek Centrum Nederland krijgt het voor de kiezen maar ook het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten levert zo’n dertig procent in. Vooral de Podiumkunsten worden hard getroffen, die gaan van 236 miljoen naar 156 miljoen.
- Al deze bezuinigingen laten onverlet dat er nog steeds 700 honderd miljoen naar een 90-tal top kunst – en culturele instellingen gaat. Er zijn ook benchmarks (ik heb ze helaas niet kunnen vinden dus hou me aanbevolen,) die aantonen dat er relatief gezien nog steeds veel subsidie wordt verleend in Nederland vergeleken met het buitenland. NRC Next berichtte daarover.
- Laten we niet vergeten dat er nog steeds organisaties zijn die gewoon door kunnen gaan. De Nederlandse Toonkunstenaars Bond, Buma Cultuur, Vereniging Nederlandse Pop Podia en Festivals en het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten om maar wat te noemen, gaan gewoon door. Daarbij valt natuurlijk op dat zowel de NTB als Buma niet afhankelijk zijn van subsidies.
- Het is gebleken dat culturele organisaties weinig financiele weerbaarheid hebben en volledig of voor een heel groot deel afhankelijk zijn van subsidies. Daarmee worden ze een speelbal van de politiek, gesteund door links en bekritiseerd door rechts.
- In 2008 leverde het onafhankelijke bureau Ape een onderzoek af voor het Ministerie van OCW onder de titel “Evaluatie van het verlaagde BTW tarief cultuur en media” (zie hCentraal in dat onderzoek stond het economisch begrip prijselasticiteit. In het kort betekent dat een cijfer dat aangeeft wat een prijsdaling – of stijging doet met de vraag naar een product of dienst. Op basis van dit onderzoek komt men tot de conclusie dat podiumkunsten een inelastische vraag hebben van – 0,32. Dit betekent dat de verhoging van de toegangsprijs met 1% leidt tot een daling in de vraag met – o,32 %.
- De conclusie op basis van de verhoging in de BTW is dan dat een verhoging van 6% naar 19% leidt tot een vermindering in de vraag van 13 x 0,32 = 4,2 %. Nu dient men in aanmerking te nemen dat het hier om een schatting gaat en op het onderzoek valt ook nog wel het e.e.a. aan te merken maar toch kun je stellen dat er in algemene zin geen grond is te veronderstellen dat de BTW verhoging tot gigantische vraaguitval zal leiden.
Conclusie.
- Onderzoek van de Universiteit van Tilburg heeft aangetoond dat de professionele popmuzikant in Nederland een inkomen geniet van E 12 000 waarvan maar E 6000 uit muziek. Een werkelijk onthutsend cijfer waarmee je tot de conclusie moet komen: met muziek valt geen droog brood te verdienen.
- Dat gezegd hebbende lijken dan ook alle promotie activiteiten van al die organisaties en de eerdere BTW verlaging maar een zeer beperkt effect te hebben op de positie van de musici. Er is natuurlijk aan de top van de pyramide een groep musici in alle genres die niet te klagen zullen hebben. Maar gezien de big picture zou je niemand aanraden professioneel musicus te worden.
- Er lijkt een onbalans te zijn in de markt. Terwijl er jaarlijks veel musici afstuderen (alleen het CvA van Amsterdam al duizend) is er nauwelijks groei en ruimte aan de inkoopkant (muziekinstellingen die podiummuziek brengen).
- Specifiek voor de jazz geldt dan nog, dat uit onderzoek van Arno Prins MusicResearch.nl is gebleken dat de vraag naar jazzmuziek er ook slecht voorstaat. Van de ondervraagde populatie had 8% een voorkeur voor jazzmuziek waar popmuziek met 58% rock met 30% veruit het populairst zijn.
- Er is een enorme versnippering van organisaties die zich bezig houden met promotie, ondersteuning, voorlichting, muziekeducatie en belangenvertegenwoordiging. Het kan niet anders dan dat er veel overlapping tussen die organisaties zit hetgeen leidt tot verlies van tijd en geld en iedereen in dezelfde vijver zit te vissen. Zo heb je de Nederlandse Toonkunstenaarsbond maar ook de maar ook de Nederlandse Toon Kunstenaars Vereniging. BUMA Cultuur en het eerder genoemde Nederlands Fonds voor Podium Kunsten, het MCN en de Vereniging Nederlandse Poppodia die allemaal weer aan de promotiekant zitten. In hoeverre dit allemaal effectief is en gecoordineerd verloopt laat zich raden.
0 Responses to “Korting op subsidies en verhoging BTW: “The Brutal Facts””